Ile d’Yeu, de parel van de Franse Westkust

Ile d’Yeu, de parel van de Franse Westkust

27 September 2020

Eilanden

 

“Oh, island in the sun”….

 

Eilanden…. Ik krijg er altijd een beetje dromerig gevoel bij. Mijn associatie is dan ook een tropisch eiland in een turquoise zee met witte stranden vol met palmen. De wens en het plan om naar het Caribisch gebied te zeilen is er, dus hopelijk zullen we op veel van dit soort eilanden komen in de toekomst.

 

In mijn rijtje met “10 mooiste plekken waar ik tot nu toe ben geweest met de zeilboot” op som, zitten inderdaad opvallend veel eilanden.  En dat zijn dan niet-tropische eilanden, want ze liggen tussen Noorwegen en Spanje. Dat is namelijk het gebied waar wij de afgelopen jaren hebben gezeild. Ik zal de komende tijd wat vertellen over mijn leukste eilanden. Deze keer is dat Ile d’Yeu.

 

Ile d’Yeu, de parel van de Franse Westkust

 

Deze zomer zeilen we langs de Franse Westkust. Het is hier prachtig. Ruig en lieflijk. Onstuimig en relaxed. Hoge kliffen en lange, witte zandstranden. Een geweldig zeilgebied met vaak mooie wind. Het is toch de Atlantische oceaan. En ja, wij houden ook van de Franse “Joie de vivre”. We hebben een aantal jaren geleden al een keer eerder in dit gebied gezeild en Ile d’Yeu was toen favoriet. Daar moeten we dus zeker naar toe!

 

In onze herinnering

 

Ile d’Yeu…. We hebben er dus zoete herinneringen aan. De relaxte sfeer. De witte gestuukte huisjes met gekleurde luiken. De oude en gekleurde Eendjes en Renaults 4’s. Fietsen over de rustige paden in het binnenland. Zwemmen bij een van de vele stranden. De gezelligheid van Port Joinville. Het is inmiddels 6 jaar geleden dat we er waren en we kunnen niet wachten om er weer te zijn. Ook onze dochters Mila en Merel zien er naar uit.

 

46°42’40″NB, 2°21’0″WL

 

Ile d’Yeu ligt vrij ver in zee in vergelijking met de andere eilanden voor de westkust van Frankrijk.  De veerboot vertrekt niet vlakbij een grote (toeristen)plaats. Daardoor zijn er minder dagjesmensen. Ze moeten net iets meer moeite doen om er te komen als “land toerist”. Dat heeft invloed op de sfeer van het eiland. Het heeft een echte “eiland vibe”. Mensen hebben geen haast, zijn relaxed. Ook ligt het al wat zuidelijker. Het is geen Bretagne meer, maar de Vendée.  Het weer lijkt er wat stabieler, het is er net wat vaker mooi, warm zomerweer. Maar misschien hebben wij gewoon geluk. Alleen maar mooi weer gehad namelijk, beide keren.

 

Ile d’Yeu is klein; 23 km² groot, 4 km breed en 10 km lang. Maar het landschap is heel afwisselend. In het zuiden van het eiland is de kust wild. Hoge rotsen, kapen en landpunten. Prachtige vergezichten hierdoor. En heerlijke strandjes in de diepte. In het noorden zijn prachtige zandstranden. Er wonen bijna 5000 mensen op het eiland en ze leven hoofdzakelijk van toerisme en visserij. Er is een geweldige viszaak in Port Joinville, waar je een enorme schaal Fruit du Mer kunt bestellen.

Hussle en bussle

 

We vertrekken op tijd – accepteren daarbij zelfs nog wat tegenstroom – vanaf L’Herbaudière op Ile de Noirmoutier (ook een leuk schiereiland overigens). Het is inmiddels begin augustus, volop hoogseizoen dus. Zelfs nu in Coronatijd is het druk. En het is mooi weer. Heel mooi weer. We weten hoe populair Ile d’Yeu is bij zeilers en we weten ook dat de haven niet groot is.

 

Laat in de ochtend varen we samen met nog een stuk of wat schepen de haven in. Het is chaos op het marifoonkanaal van de haven. Meerdere schepen melden zich tegelijk. De dame van de haven noemt allerlei letters en nummers. Wij snappen niet welke voor ons is bedoeld, want ons Frans is niet zo best. Er worden ook meerdere steigers genoemd in het Engels. Maar daar passen we niet. Of er ligt al een heel pakketje met boten. We zien een lege box, maar daar mogen we niet in. Ondertussen is het erg lastig manoeuvreren met onze bijna 15 meter bootlengte en de bijboot in de davits erachter. Uiteindelijk kunnen we met wat passen en meten en een zetje van het bootje van de havenmeester langszij een ander zeiljacht aan de bezoekerssteiger. Ons bijbootje leggen we tussen de boten en de davits klappen we in.  Net op tijd, want een meter achter ons meert een catamaran af. Al snel ligt het 6 dik. Het doet ons erg denken aan het Vlieland van vroeger in juli.

 

Als ik onze aankomst zo beschrijf, klinkt het niet direct als een droombestemming. Het is inderdaad even hektisch. Maar als we eenmaal liggen, genieten we volop van de reuring en de heerlijke relaxte vakantiesfeer in de haven. De Franse variant van een zomers Vlieland, Sandhamn (Zweden) of Tunø (Denemarken).

 

Als de jachthaven aan het begin van de middag nokkie vol ligt, worden de boten die nog binnenkomen naar de vissershaven gedirigeerd. Het is fijn dat ze deze “overloop” mogelijkheid hebben, want er is niet direct een haven om de hoek om naar uit te wijken. En voor anker is met de Atlantische swell ook niet altijd een prettige optie.

 

De volgende ochtend begint het spel van schuiven, passen en meten opnieuw als boten vertrekken. De havenmeesters zijn druk in de weer met hun bijboot en proberen iedereen een (andere) plek te geven, voordat de nieuwe lading boten weer binnen stroomt. Wij krijgen een mooie plek in een box. Dat geeft ons rust in het programma van vandaag. Je mag ook gestapeld aan de langs steiger blijven. Dat is 10 euro goedkoper dan een box.

 

 

Stranddag

 

De volgende dag maken we een lange wandeling langs het strand. We vinden een vrijwel verlaten stuk aan de Noordkant waar we heerlijk zwemmen en zonnen. We maken er een stranddag van. Grappig hoe het op sommige stukken strand afgeladen is en sommige stukken vrijwel verlaten zijn.

 

Na onze strandsessie gaan we naar de “hoofdstad” Port Joinville. Er komt net een veerboot binnen, het is een drukte van jewelste rond de veerhaven. Mondkapjes op dus. Dat is de policy hier. Het is een sfeervol plaatsje vol leuke, hippe winkeltjes en veel gezellige cafés en restaurantjes. Het is druk op de terrassen en we strijken neer voor een biertje. Heerlijk vakantiegevoel. Toen we hier 6 jaar geleden waren, zijn de meiden, toen 14 en 16, voor het eerst “zelfstandig” een (alcoholvrij) drankje gaan doen ’s avonds. Ze hadden aansluiting met de lokale jeugd, die hier ’s avonds met z’n allen afspreekt en op de kade hangt. Mooie herinneringen.

 

 

Fietsen

 

De dag erop toeren we op de fiets het eiland rond. Het is prachtig en op veel plekken heerst een serene rust. Dat maakt dit eiland zo leuk. Je kunt zowel de gezellige drukte als de stilte opzoeken. We herkennen nog veel van de vorige keer. We stoppen op mooie uitkijk punten, hoog op de rotsen. Bij een supermarktje halen we een lekker stokbrood en wat kaasjes en we lunchen op een van de prachtige zandstrandjes. Het is druk als we er aankomen, maar het wordt snel rustiger. De Fransen gaan namelijk allemaal rond lunchtijd naar huis of een restaurantje om te lunchen. Om aan het einde van de middag weer massaal handdoekje aan handdoekje op het strand neer te ploffen.

 

Net als vorige keer worden we erg enthousiast van Port de la Meule, een kleine, droogvallende vissershaven in diepe inham. Zo sfeervol! Je kunt de rotsen opklimmen voor een geweldig uitzicht en aan de andere kant van het fjord naar het mooie kerkje klimmen. Overal kun je prachtig wandelen.

 

Het is warm en tegen het einde van de middag hebben we het wel gehad met het fietsen. Er is nog veel meer te zien en doen op Ile d’Yeu; Fort de Pierre Levée , een 19e-eeuwse citadel met militaire architectuur, Le Vieux Château, een middeleeuwse vesting uit de 14e eeuw of Saint Sauveur , een karakteristiek dorp met huizen in de traditionele bouwstijl van het eiland. Maar wij geloven het wel en gaan terug naar Port Joinville. Tijd voor een drankje en een pannetje mosselen op een van de terrassen. Reserveren vooraf is wel aan te raden. Dat hebben we meerdere keren ondervonden de afgelopen weken.

 

Te kort

 

Helaas hebben we maar 3 nachten op Ile d’Yeu. We hadden hier eigenlijk een week willen blijven. Ile d’Yeu is een bestemming op zich. Maar het paste niet in de planning van dochters lief. We moeten morgen weer in Pornichet zijn om een nieuwe crewmember op te halen en Mila op de trein terug naar Amsterdam te zetten. Maar wat hebben we weer genoten van Ile d’Yeu! We kijken er nu al met weemoed op terug en beloven onszelf plechtig om het volgend jaar op weg naar het zuiden weer aan te doen. En dan blijven we lekker een hele week.